Dr. Londers

Heup- & Kniespecialist

Afwijkingen en behandelplan

Kraakbeenletsel

De spleet die gevormd wordt door het kraakbeen van onder- en bovenbeen en/of de spleet tussen knieschijf en bovenbeen kunnen met de leeftijd ( of door andere oorzaken , cf. infra) kleiner worden omdat het kraakbeen steeds dunner wordt of steeds meer beschadigd raakt. Het kraakbeen treedt dan steeds minder op als schokdemper. De botdelen waar deze kraakbeenschade aanwezig is, schuren over elkaar. Dit kan leiden tot vormverandering met eventueel botaanwas/papegaaienbekken (osteofyten ), zelfs botaantasting met eventueel vorming van (goedaardige) cysten. Het gevolg is pijn en/of bewegingsbeperking.

Welke klachten kunnen duiden op slijtage?

  • Pijn bij het opstaan, bij belasten of in rust
  • Stijfheid en startpijn
  • Zwelling
  • Beperkingen en/of blokkerend gevoel bij het bewegen
  • Knarsende geluiden bij beweging
  • Nachtelijke pijnklachten en/of drang om te bewegen

Welke oorzaken zijn er voor knieslijtage?

  • Veroudering van de gewrichten
  • Erfelijke aanleg
  • Een eerdere operatie waarbij (een deel van) de meniscus werd verwijderd
  • Een instabiele knie door eerder gescheurde kniebanden
  • Reumatische aandoeningen
  • Een vroegere botbreuk waarbij ook het kraakbeen betrokken was
  • Stofwisselingsziekten

Soms treedt de pijn pas op bij intensieve activiteiten, maar later ook bij de normale dagelijkse dingen of zelfs ‘s nachts. Fietsen gaat vaak beter dan wandelen. De knie kan gaan opzwellen (onstekingsvocht).

Behandeling van de knie (gonartrose)

Stap 1

Medicatie: paracetamol voor de pijn, onstekingsremmer (10 à 14 dagen ) voor zwelling/ontsteking, Eventueel ijs bij zwelling

Aanpassen van activiteiten voor zover de patiënt dit aanvaardt.

Fietsen wordt wel zolang als mogelijk aangeraden gezien dit de spierkracht en soepelheid van het kniegewricht tracht te onderhouden.

Stap 2

Infiltratie (inspuiting) met

  • Cortisone. Indien er zwelling aanwezig blijft ondanks de inname van een onstekingsremmer
  • Hyaluronzuur (gel). Om te trachten de stijfheid, het knagende, zeurende gevoel te verbeteren.
  • PRP,ACP. Dit is een recente ontwikkeling waarbij er uit het bloed van de patiënt het onstekingswerende deel wordt gehaald en wordt ingespoten.

Stap 3

Definitieve oplossing: vervangen van wat versleten is door een prothese.

Meestal is dit een volledige/totale knieprothese.

Soms is er nog de mogelijkheid enkel de binnen of buitenzijde te vervangen, dit is de halve/partiële/unicondylaire knieprothese.

Soms is enkel het kraakbeen tussen knieschijf en bovenbeen uitgesloten en dan kan er gedacht worden aan een knieschijfprothese/patellofemorale prothese.

Wanneer adviseert de orthopedisch chirurg een nieuwe knie?

Als de artrose van het kniegewricht in het gehele gewricht aanwezig is en pijn en bewegingsbeperkingen in het kniegewricht toenemen kan een totale knieprothese een goede oplossing zijn.

Dr. Londers heeft veel ervaring met het plaatsen van knieprothesen en houdt in de behandeling rekening met de laatste evoluties in de behandelingen en operatieve technieken, zoals bijvoorbeeld 3D technologie en op maat gemaakte modellen. Anderzijds vindt hij het ook belangrijk prothesen en technieken te gebruiken die hun nut, veiligheid en lange overleving bewezen hebben.

Dr. Londers zal met u bespreken wat voor uw specifiek probleem de best mogelijke oplossing is.