Dr. Londers

Heup- & Kniespecialist

Operatieve behandelingen

Prothese

De totale knieprothese

Een totale knieprothese is een vervanging van het versleten kniegewricht door een kunstknie. De uiteinden van het bot van het onder- en bovenbeen worden aangepast aan de vorm van de prothese. Het aangetaste kraakbeen, de meniscusschijfjes en de twee kruisbanden worden verwijderd.

De twee metalen componenten worden met sneluithardend botcement aan het boven- en onderbeen vastgemaakt. Tussen beide metalen componenten komt de kunststof schijf die zorgt voor het soepel scharnieren van het kunstgewricht. In principe wordt ook de achterzijde van de knieschijf vervangen door een kunststof plaatje.

Uit welk materiaal bestaat een knieprothese?

In het algemeen worden metalen zoals Titanium, Cobalt-Chroom of Oxinium en kunststoffen zoals polyethyleen gebruikt. Alle materialen zijn speciaal voor medische toepassing ontwikkeld en worden optimaal door het lichaam geaccepteerd.

Hoe lang gaat een totale knieprothese mee?

Beslissende factoren voor de levensduur en werking zijn natuurlijk de lichaamsbelasting en de kwaliteit van de botstructuur. Dit in combinatie met de kwaliteit van het materiaal van de knieprothese. Wetenschappelijk onderzoek geeft tegenwoordig een gemiddelde overleving van een totale knieprothese van vijftien à twintig jaar weer. De ontwikkeling van totale knieprothesen staat echter niet stil en de overlevingsverwachting stijgt mee met deze ontwikkeling. Als de prothese uiteindelijk versleten is of losraakt is een revisie (wisselen van de prothese) van de totale knieprothese in de meeste gevallen goed uitvoerbaar.

Eventuele complicaties

In de meeste gevallen verloopt een operatie en de revalidatieperiode zonder noemenswaardige problemen.

Enkele zaken zijn normaal in het verloop van de revalidatie en hebben te maken met de genezingsreactie van het kapsel van de knie

  • Zwelling
  • Warmte
  • Stekende pijn, vaak ’s avonds.

Uiteraard kan dit wel ongemak veroorzaken en het kan aangewezen zijn extra ijs en nsaid’s (ontsekingsremmers) te gebruiken.
Indien er echter uitgesproken roodheid en/of koorts mee gepaard gaan moet u contact opnemen met Dr. Londers.

Er wordt NIET aangeraden zomaar antibiotica op te starten.

Welke complicaties er kunnen voorkomen:

Gevoelloosheid/ doof gevoel rond het litteken: dit is geen complicatie, maar een bijkomstigheid bij een operatieve ingreep. Doordat zenuwtakjes in de huid doorgesneden worden bij het maken van de incisie in de huid die benodigd is voor het uitvoeren van de ingreep, kan gevoelloosheid van de huid ontstaan. Soms is dit tijdelijk, maar dit kan ook blijvend zijn.

Infectie; om de kans hierop zo klein mogelijk te houden krijgt u antibiotica rondom de operatie en wordt er zo steriel mogelijk gewerkt. De kans op een infectie is het grootst in de periode net na de operatie. Het is echter ook mogelijk dat een infectie in een later stadium ontstaat. Bijvoorbeeld doordat bacteriën van elders in het lichaam via de bloedbaan bij de knieprothese terechtkomen. De meest voorkomende oorsprong hiervan is de mond. Indien u een tandheelkundige ingreep moet ondergaan, is het verstandig met de orthopeed en tandarts te overleggen of preventief antibioticagebruik wenselijk is.

Een infectie diep in het gewricht bij een knieprothese kan grote gevolgen hebben. Vaak zal in deze gevallen de prothese schoon gespoeld worden. Soms is het tijdelijk volledig verwijderen van een prothese zelfs noodzakelijk.

Nabloeding; in dit geval dient contact te worden opgenomen met de orthopeed.

Wondproblemen:

Zenuwschade; dit is een zeldzame complicatie, maar het is mogelijk dat er door rek een meestal tijdelijke uitval ontstaat van een zenuw die de voet heft.

Vertraagde wondgenezing; dit zal bij de controles op de polikliniek gecontroleerd worden.

Trombose (bloedstolseltje) of longembolie (verstopping van het bloedvat van de long); hiertegen krijgt u antistollingsmiddelen die u volgens voorschrift moet gebruiken.

Decubitus van hiel of stuit, ook wel doorliggen genoemd.

Loslating; dit kan op termijn spontaan, door een val of door infectie ontstaan. In dit geval is een wissel naar een andere prothese noodzakelijk.

Polikliniekbezoek en vóóronderzoeken

Samen met uw orthopedisch chirurg heeft u besloten om te worden geopereerd.

U heeft van de verpleegkundige een vragenlijst gekregen, die u heeft ingevuld.

Deze vragenlijst is afkomstig van de afdeling anesthesiologie van de kliniek waar u geholpen wordt. Met behulp van deze vragenlijst beoordeelt een anesthesioloog uw gezondheid en achterhaalt bijvoorbeeld ook eventuele allergieën. Als de anesthesioloog meer gegevens nodig heeft van u of het nodig vindt meer onderzoek te verrichten, zal hij, of een verpleegkundige, hierover telefonisch contact met u opnemen vooraf aan de ingreep.

Vooraf aan uw ingreep krijgt u verschillende recepten mee: voor de kinesist, het antistollingsbeleid, de pijnstilling en het verbandmateriaal na de ingreep. Hier komen we later in deze brochure op terug.

Wat kunt u voor opname thuis regelen?

Hulpmiddelen

Krukken

U verlaat de kliniek met één of twee krukken. Wij verzoeken u deze krukken vóór opname al af te halen bij uw mutualiteit/zorgwinkel en bij opname mee te nemen naar de kliniek waar u geopereerd wordt.

Kinesitherapie

Voor de oefentherapie kunt u terecht bij de kinesist. Hij/zij zorgt samen met u voor het optimale resultaat nadat de ingreep heeft plaatsgevonden. Het is van belang dat u vooraf aan de ingreep zelf contact opneemt met een fysiotherapeut voor de nabehandeling. De nabehandeling door de fysiotherapeut dient kort (één tot enkele dagen) na de ingreep te starten.

Wellicht is het handig het te doorlopen fysiotherapieprogramma voor de operatie al door te spreken met uw fysiotherapeut. Tevens is het verstandig alvast met behulp van de fysiotherapeut te leren omgaan met krukken voordat u geopereerd bent.

Medicatie

Het recept met betrekking tot het antistollingsbeleid heeft u reeds verkregen van uw orthopeed. Dit geldt ook voor de medicatie met betrekking tot de pijnstilling voor thuis. Het is verstandig deze medicatie vooraf aan de ingreep al in huis te halen.

De pijnstilling tijdens de opname wordt verzorgd door de kliniek. Pijnstilling is niet noodzakelijk, maar wordt zo nodig gebruikt. De dosering staat op de verpakking vermeld. U ontvangt ook een maagbeschermer (bv. Pantozol). Deze dient alleen eenmaal daags ingenomen te worden als u een NSAID (bv. Ibuprofen:Diclofenac/ Arcoxia/Naproxe/ etc…) gebruikt.

De toediening van de antistollingsmiddelen staat vermeld onder ‘antistollingsbeleid na de operatie’.

Als u thuis medicijnen (voor bloeddruk/cholesterol/schildklier/hart/ etc…) gebruikt, neemt u deze dan mee in de originele verpakking.

Ontharing

Er dient alleen onthaard te worden als er duidelijke beharing aanwezig is op de knie. Dit geldt over het algemeen alleen voor mannen. Als dit het geval is, dient u de dag van de ingreep (of als u erg vroeg geopereerd wordt, de avond ervoor) het been vanaf 15 cm onder de knie tot 15 cm boven de knie te ontharen. Wondjes in het operatiegebied dienen voorkomen te worden in verband met infectiegevaar, dus onthaar voorzichtig.

Nuchter zijn voor uw operatie

De specifieke eisen van de anesthesioloog met betrekking tot nuchter zijn kan in enige mate verschillen per kliniek. In principe mag u de dag van de ingreep 6 uur vóór de ingreep geen vast voedsel meer tot u nemen. Wel is het toegestaan tot twee uur voor uw operatie nog heldere vloeistoffen te drinken, zoals water en thee (geen melk!). Hou het bovenstaande aan, tenzij anders vermeld wordt in een eventuele toegevoegde folder van de anesthesioloog.

Eventuele hulp na ontslag

U gaat enkele dagen na de ingreep naar huis. Het is aan te bevelen de eerste dagen ondersteuning thuis te hebben/regelen. De aanwezigheid van een partner/familielid/vriend is aan te raden, gezien het feit dat u, zeker in de beginsituatie, minder mobiel bent.

Mocht u om een of andere reden niet in staat zijn direct naar huis te kunnen, dan is de revalidatie / het zorghotel een mogelijke optie. Dit wordt best op voorhand afgesproken via de verpleegkundige/huisarts.

De opname- / operatiedag

Bij binnenkomst

Afhankelijk van de operatieplanning wordt u de avond van tevoren of de ochtend van de ingreep in het ziekenhuis verwacht. U meldt zich op de afgesproken tijd in de kliniek. U slaapt/wacht op de afdeling en trekt een operatiejasje aan als u verwacht wordt op de operatieafdeling. De verpleegkundige zal u ook vragen een pijl boven de te opereren knie te zetten met een stift. Hieronder dient alleen een onderbroek gedragen te worden. Uw sieraden, contactlenzen en make-up moet u verwijderen. Voorafgaand aan de operatie dient u uw blaas te ledigen. Hierna wordt u in een ziekenhuisbed vervoerd wordt naar het operatiekwartier. Op de operatieafdeling wordt u opgevangen door één van de verpleegkundigen.

Deze zal u nog een paar vragen stellen als extra controle uit veiligheid.

Dr. Londers ziet u nog voor de ingreep en zal ook nog een pijl zetten aan de onderzijde van de te opereren knie.

De operatie

Terwijl u wacht tot u aan de beurt bent, zal de anesthesioloog langs komen om kennis met u te maken. Vooraf aan de ingreep brengt de anesthesioloog of een anesthesiemedewerker een infuus in uw arm. Hierna wordt u naar de operatiekamer gereden en uiteindelijk dient de anesthesioloog u de narcosemiddelen (voor een algemene en/of locoregionale verdoving) en antibiotica toe via het infuus.

Na de operatie

De operatie zelf duurt ongeveer een uur. Maar rekening houdende met de installatie van uw knie, het steriel afdekken van uw knie en klaarmaken van al het benodigde materiaal voor de ingreep en het aanbrengen van een verband na de ingreep zal u ongeveer anderhalf à twee uur in de operatiekamer zijn. Na de operatie gaat u naar de recovery (ontwaakzaal). Hier bewaken en verplegen gespecialiseerde verpleegkundigen u. Na de operatie is het normaal dat u in enige mate pijn heeft en tevens kunt u misselijk zijn van de verdoving. U krijgt hier medicijnen tegen. Uiteindelijk wordt terug overgebracht naar de afdeling, waar u de komende dagen zal doorbrengen. Indien er vooraf met de anesthesist besproken is dat u omwille uw algemene conditie beter een nachtje op de intensieve zorgen blijft gaat u naar deze afdeling.

Na de operatie heeft u:

  • een infuus in uw arm om medicijnen toe te dienen
  • een drukverband vanaf uw enkel tot halverwege het bovenbeen. Dit verband blijft in principe 1 dag zitten.
  • mogelijk een zuurstofslangetje in uw neus

Overleg met de verpleegkundige op welke wijze er na de operatie contact kan worden opgenomen met een eventueel contactpersoon. U kunt informeren bij de kliniek naar de bezoekuren.

De orthopeed komt daags na de operatie bij u langs om te komen vertellen hoe de operatie is verlopen.

Antistollingsbeleid na de operatie

Na het plaatsen van een totale knieprothese is het noodzakelijk om, tot vijf weken na de operatie, het bloed te verdunnen om ontstaan van trombose te voorkomen.

Clexane of Fraxiparine injecties: bij deze behandeling krijgt u eenmaal per dag een injectie in uw buik of bovenbeen. De verpleegkundige leert u hier zelfstandig mee om gaan en zelf te spuiten.

Hechtingen

De wonde wordt meestal gesloten door middel van haakjes. Ongeveer na 14 dagen na de operatie worden ze verwijderd door uw huisarts, het is wel aanbevolen de ene om de andere eerst te verwijderen en dan na 2 dagen de overige.

Dit omdat er veel spanning op de wonde komt de eerste weken na de ingreep door de zwelling.

Het ontslag

De dag van ontslag

Enkele dagen na de ingreep gaat u met ontslag.

Uw vervoer naar huis

Wij verwachten van u dat u, eventueel met behulp van familie of vrienden, uw vervoer naar huis of elders zelf regelt. Aangepast vervoer is niet nodig; u kunt in een gewone auto plaatsnemen. Als er omstandigheden zijn waardoor dit niet geregeld kan worden, dan kunnen wij een taxi/ambulance voor u regelen, die u zelf (mutualiteit/verzekering) dient te bekostigen.

Weer thuis

Wondverzorging

De steriele pleisters, die u door middel van het recept heeft verkregen, mag u over de operatiewonde plaatsen. Als het verband droog is hoeft u niet elke dag de pleister te vervangen. Indien deze toch wat doorbloed/vochitg is, kan uzelf/iemand andres/ thuisverpleegkundige de pleister vervangen. Nooit de wonde aanraken, wel desinfecteren voor er een nieuwe pleister wordt aangebracht.

Douchen mag pas weer als de hechtingen verwijderd zijn en de wonde volledig droog is. Om te kunnen douchen voor die tijd, kunt u bij de apotheek of thuiszorgwinkel een beschermhoes aanschaffen.

Een dikke knie ontstaat vaak na de operatie. Dit komt door vochtophoping. Later, als u staat en loopt, kunnen het onderbeen en de voet dik worden. Dit is niet ernstig, maar wel in enige mate lastig (uw schoen kan misschien moeilijker aan). Na enige tijd verdwijnt dit vanzelf weer.

Ook kan de knie warm aanvoelen, dit is normaal en kan een lange tijd, soms wel maanden, duren. Extreme roodheid en/of koorts van de knie is echter niet normaal.

Oefeningen

De eerste dag na de ingreep komt de kinesist al bij u langs op de kamer. De buiging wordt geleidelijk geoefend. De tweede dag stapt u met krukken en wordt er geleidelijk aan verder geoefend, ook het gebruik van een trap. Een aantal kinesisten maakt gebruik van een kniebuigapparaat of zogenoemde motorslede (CPM apparaat = continuous passive motion apparaat). U kunt het buigen ook zelf oefenen: in zit op de stoel met de voet op de grond, de voet voor en achterwaarts schuiven, op een gladde ondergrond (drie keer daags vijftien minuten oefenen). Met deze oefeningen mag u starten de dag na de ingreep, op geleide van de pijn.

Tijdens het rusten geen kussen onder de knie plaatsen. Dit kan het strekken later bemoeilijken. Probeer daarentegen de knie zelf regelmatig een goed te strekken, eventueel zelfs door de voet op een bankje of stoel te leggen.

U heeft recht op 60 beurten kinesitherapie (terugbetaald). In principe volstaat dit.

Leefregels en adviezen

Onderstaand vindt u een aantal leefregels en adviezen, die meestal in overleg met de fysiotherapeut;

– U verlaat de kliniek met twee of één kruk(ken). U mag de knie gelijk belasten. In het begin kan dit echter te pijnlijk zijn. In overleg met de fysiotherapeut kan het gebruik van de krukken langzaam afgebouwd worden.

  • Strekken is belangrijk, dus oefen hier goed op vanaf het begin!
  • Plooien moet geleidelijk aan ook vooruit gaan, dit kan u ook zelf oefenen.

– Fietsen: Vanaf zes weken postoperatief mag u starten met fietsen op de hometrainer. De buiging van de knie moet dan minimaal negentig graden zijn.

– Autorijden: De eerste zes weken mag u niet zelf autorijden. Als na zes weken de functie van de knie goed is mag u, na overleg met uw kinesist, gaan autorijden. Van de verzekering mag u pas weer autorijden als u geen krukken meer gebruikt.

Spoed

Mocht er zich in de thuissituatie na de operatie iets voordoen, met betrekking tot de ingreep, dat dringend hulp/attentie nodig heeft, dan kunt u contact opnemen met de kliniek. Deze zal contact opnemen met de juiste persoon. U krijgt in de kliniek te horen op welke wijze u contact dient op te nemen als u hulp/attentie nodig heeft in de avond/nacht of in het weekend.

Bezoek polikliniek orthopedie

Bij de controle wordt een radiografie genomen. Op de polikliniek wordt u gezien door uw orthopeed. Hier kunt u verdere vragen stellen en zal de wonde/ de evolutie van de knie beoordeeld worden.

Tot slot

Een totale knieprothese heeft een revalidatieperiode die verschilt van persoon tot persoon. U bent enige tijd onder behandeling bij een kinesist. Zelf goed op regeImatige basis oefenen bevordert het herstel/resultaat natuurlijk.

In ieder geval zullen de eerste zes weken tot drie maanden het meest als vervelend ervaren worden. Bij enkele patiënten duurt het echter wel een jaar voordat het eindresultaat er is. De meeste patiënten met een totale knieprothese kunnen niet goed meer op de knieën zitten. vele patiënten ervaren ook dat de knie nooit meer zal aanvoelen zoals vroeger; het blijft een kunstknie.